De wereld gezien in het licht van de Baha’í Openbaring
In de wereld vinden gebeurtenissen van de meest diepgaande betekenis plaats. De rivier van de menselijke geschiedenis stroomt met een verbijsterende snelheid. Eeuwenoude instellingen storten in. Traditionele gebruiken worden vergeten, en pasgeboren ideologieën waarvan men verwachtte dat ze hun plaats zouden innemen, verwelken en vergaan voor de ogen van hun gedesillusioneerde aanhangers. Te midden van dit verval en deze ontwrichting, van alle kanten aangevallen door de beroering van het tijdperk, komt de Orde van Bahá’u’lláh in elk deel van de wereld op (…)
(Uit een boodschap van 3 november 1980 van het Universele Huis van Gerechtigheid aan de bahá’ís van de wereld)
Opgeroepen door Bahá’u’lláh, de Stichter van hun geloof, streven zijn volgelingen naar:
- onafhankelijk onderzoek naar waarheid
- de eenheid van de gehele mensheid
- eenheid van alle religies, ze komen immers voort uit dezelfde Bron
- de verwerping van iedere vorm van vooroordeel
- de harmonie tussen wetenschap en religie
- de gelijkwaardigheid van man en vrouw
- het invoeren van verplicht onderwijs
- het instellen van een universele hulptaal
- de uitbanning van de uitersten van armoede en rijkdom
- de instelling van een wereldgerechtshof voor het bijleggen van geschillen tussen naties
- de verheffing van arbeid, verricht in de geest van dienstbaarheid, tot de rang van gebed
- de eerbiediging van rechtvaardigheid
- de vestiging van een duurzame en universele vrede